Tom van de Beek, oprichter van The Tipping Point Foundation en The Pollinators, vertelt zijn verhaal

Tegen onrecht
Onrecht is iets waar Tom van de Beek, duurzaam ondernemer, zich vanaf jonge leeftijd van bewust is. Hij wilde daar dan al vroeg in zijn leven iets tegen doen. “Van jongs af aan ben ik al tegen onrecht. Alles wat krom is wil ik weer rechtzetten. Dat begon als kind met de kant kiezen van de kinderen die gepest werden: de underdog. Toen ik wat ouder was, in mijn tienerjaren, ging het vooral om het opkomen voor de dieren en minderheden. Zelf voelde ik mij ook meer op mijn plek in een subcultuur waarbij je niet de mainstream volgt maar een alternatieve weg inslaat. Ik denk dat de eerste zaadjes daarvoor geplant zijn toen ik een jaar of zestien, zeventien was. In die tijd was ik veel aan het skateboarden en luisterde ik naar alternatieve muziek. Punkrock herbergt veel maatschappijkritische teksten wat mij erg aansprak. De teksten gingen vaak over onrecht tegen dieren, tegen mensen, het milieu. Die boodschap werd voor mij steeds belangrijker naarmate ik ouder werd en ook wat ik daar dan vervolgens mee zou kunnen doen. Ik ben toen allerlei kleine initiatieven gestart. Die gingen dan bijvoorbeeld over de ontbossing van de Amazone of veganist zijn. Ik zette mij daar dan actief voor in op de manier waarop ik dat zelf het beste kon doen. Zo ging ik bijvoorbeeld met een vriend veganistische pannenkoeken bakken en verkopen op een festival. Waarbij het dan natuurlijk vooral het idee was om de mensen te vertellen waarom wij geen dierlijke producten gebruikten. De opbrengst daarvan ging vervolgens naar een goed doel.”
Dat past ook wel bij mijn karakter: een drijvende kracht die mensen bij elkaar brengt om gezamenlijk iets voor elkaar te krijgen. Op een manier die aanspreekt.
Tom van de Beek
Waar je hart ligt
“Ik had nooit het gevoel dat ik hier mijn brood mee zou kunnen verdienen, het was altijd iets wat ik graag deed omdat ik het nodig vond. Van huis uit had ik meegekregen dat je vooral moest kiezen voor een studie met een goede kans op een baan. Dat waren dan al snel studies als marketing en economie; opleidingen als pedagogiek, antropologie, geschiedenis en milieukunde kwamen in dat rijtje natuurlijk niet voor. Ik ben toen bedrijfscommunicatie gaan studeren waarbij ik vanuit mijn stage nog korte tijd bij KPMG heb gewerkt maar het had niet echt mijn hart. Dit was niet waar ik mijn leven voor wilde inzetten. Vanaf dat moment ben ik eigenlijk alleen nog maar aan de slag gegaan met de dingen die ik wél belangrijk en leuk vond om te doen en waar ik ook nog eens goed in was. Bijvoorbeeld het produceren van een theaterstuk over eerlijke voedselverdeling in de wereld en er vervolgens dan ook voor zorgen dat zo’n stuk daadwerkelijk tot stand komt. Dat besloeg dan het gehele spectrum van hoe je een project opzet, een campagne uitvoert en het van onderaf opbouwen van een beweging om iets voor elkaar te krijgen. Van jongs af aan was ik al met dit soort initiatieven bezig en na mijn studie ben ik daar uiteindelijk dus op allerlei manieren mee doorgegaan. Dat past ook wel bij mijn karakter: een drijvende kracht die mensen bij elkaar brengt om gezamenlijk iets voor elkaar te krijgen. Op een manier die aanspreekt.”
De bubbel: prediken in eigen parochie
“Ik probeer daarbij nooit iets te doen wat neerkomt op prediken in je eigen parochie. Bijvoorbeeld wanneer je een ‘groen’ project bedenkt en dan alleen mensen aanspreekt die er toch al mee bezig zijn. Dat gevaar is natuurlijk altijd aanwezig. Ik zie dit bij veel projecten gebeuren waardoor deze dan in hun eigen bubbel blijven hangen. Dus hoe zorg je dat je uit die bubbel komt? Dat is iets waar ik altijd mee bezig ben. Je kijkt dan naar een manier die ervoor zorgt dat je met een bepaald thema, in het geval van The Pollinators
is dat ‘bestuivers en biodiversiteit’, nieuwe mensen erbij betrekt. Hoe maak je deze mensen enthousiast zodat zij zich er ook voor willen gaan inzetten?”
De Bijenkorf
“Bij The Pollinators denk ik dat dat wel aardig lukt. Omdat we steeds op zoek zijn naar de samenwerking met partijen die niet persé voor de hand liggend zijn. Een voorbeeld hiervan is de Bijenkorf, een groot warenhuis dat natuurlijk in eerste instantie is gericht op consumptiegedrag en omzetmaximalisatie. Aan de andere kant heeft de Bijenkorf een aantal jaar geleden uitgesproken dat ze radicaal het roer om willen gooien qua duurzaamheid. Hieronder vallen niet alleen de meer voor de hand liggende zaken als de gebouwen energiezuinig maken of de catering verduurzamen, maar uiteindelijk ook de keuze voor een eerlijk assortiment. Dat kan onder meer door steeds zwaardere eisen te stellen aan de merken die verkocht worden. Sinds vorig jaar vind je bij duurzame producten een groen label met een bijtje er op als stamp of approval. Ik vond dat vijfjarenplan destijds een mooi streven en dacht: als wij vanuit The Pollinators daaraan een bijdrage kunnen leveren terwijl tegelijkertijd de Bijenkorf het winkelend publiek weet te bereiken met onze boodschap dan heb je een win-win situatie. Het mooie is vooral dat de gemiddelde Bijenkorfklant nog niet zo met bijen of biodiversiteit bezig is, maar er wel voor open staat als het op een aansprekende manier wordt gebracht. En dat proberen we als The Pollinators zo goed mogelijk te doen: de juiste snaar raken.”
Wat is duurzaamheid nou eigenlijk écht?
Tom van de Beek
“Greenwashing door bedrijven is daarbij wel iets waarvoor je moet oppassen. Maar in de loop van de tijd ontwikkel je daar steeds betere voelsprieten voor. En als je het écht over duurzaamheid gaat hebben, wat is dat dan eigenlijk? Ik ben iemand die toch vaak op zoek is naar de ‘roots’ van duurzaamheid: waar komt ons duurzame gedrag eigenlijk vandaan? Voordat je namelijk écht iets kan veranderen is het belangrijk om te weten waar de oorsprong ligt van die verandering.”
Het systeem en jijzelf; naar buiten en naar binnen kijken
“Wat je namelijk veel ziet is datgene dat aan de buitenkant gebeurt: wetten, regelgeving, producten, gedrag en groene innovatie. Vanuit de overtuiging dat zolang we maar innoveren en goede producten maken we gewoon door kunnen gaan met consumeren binnen ons huidig economisch systeem. Een systeem dat gebaseerd is op oneindige groei. Dan vraag ik mij af: kan duurzaamheid überhaupt wel binnen zo’n systeem? Als je namelijk verduurzaamt door middel van schonere producten maar je blijft wel in diezelfde groei-economie zitten dan zal dat uiteindelijk niet gaan leiden tot écht een duurzame oplossing. Bij een kringloop- of circulaire economie bijvoorbeeld blijft het een uitdaging om zo’n economie dan daadwerkelijk circulair te maken omdat er niks verandert aan deze groeicurve. Je blijft nog steeds in toenemende mate consumeren omdat alles gericht is op groei. Dus hoe ga je over naar een systeem waar niet die continue groei maar welzijn centraal staat en hoe richt je het systeem vervolgens daarop in?”
Als onderdeel van de natuur

“Aan de ene kant kijk ik dus naar dit systeem en aan de andere kant kijk ik meer naar binnen: wie ben ik zelf binnen het grotere geheel? Wij hebben als mens toch snel de neiging -en zeker hier in het Westen- onszelf los van de natuur te zien, onszelf er boven te plaatsen en daarmee de mens als heerser aan te stellen. Waarbij wij de beschikking denken te hebben over de wereld en alles ervan willen gebruiken zolang het maar niet schadelijk is. Terwijl wij gewoon onderdeel zijn van het grotere geheel en daarmee niet persé belangrijker of onbelangrijker. Zodra je je ergens onderdeel van voelt ben je daarmee ook automatisch verbonden waardoor je er op een andere manier mee wilt omgaan. Je wilt namelijk niet iets kapot maken waarmee je je verbonden voelt. Door die verbinding van binnenuit ga je aan de buitenkant uiteindelijk dus ook andere keuzes maken.”
Onterechte angst voor economische krimp
“Mijn overtuiging is dat als je op die manier leeft het economisch systeem vervolgens ook mee verandert en dat er dan andere duurzame keuzes gemaakt gaan worden. Economische krimp wordt automatisch geassocieerd met het verlies van veel banen, echter hoeft dat niet zolang je het maar gecontroleerd doet. Waarbij je de samenleving op een andere manier inricht en veel meer met elkaar samen doet. Een mooi voorbeeld hiervan is hoe wij voedsel produceren. Een trend tot nu toe is namelijk het steeds grootschaliger produceren van voedsel door steeds minder boeren die steeds meer land bewerken. Waarbij er van alles aan gedaan wordt de opbrengst zo hoog mogelijk te houden waaronder het gebruik van onnatuurlijke toepassingen als pesticiden en kunstmest. Door deze grote monocultuur van landbouw raakt de bodem dan langzaam maar zeker steeds meer uitgeput.”
Voedselbossen
“Wat nou als je met kleinere stukken grond een veel gevarieerder aanbod zou maken van struiken, bomen, planten en kruiden? Zo’n stuk grond beheer je dan samen met andere mensen waarbij iedereen genoeg voedsel heeft. Het klinkt misschien enigszins als een utopie maar dan heb je dus wel een ander systeem gecreëerd. Eén waarin kleine communities gezamenlijk produceren wat nodig is en dat onderling met elkaar delen en verdelen. Mensen hoeven dan minder van hun inkomen te besteden aan het kopen van voedsel. Op zo’n manier kun je uiteindelijk toewerken naar een lokale economie die de grootschaligheid niet meer nodig heeft. En zit je dus ook niet meer in dat groeimodel.
Om deze reden ben ik ook al een aantal jaar druk bezig met voedselbossen en agro-ecologie. Ik geloof in het idee van voedselbossen op meerdere vlakken. Behalve voedselproductie en biodiversiteit gaat het er hierbij ook om hoe we als mensen met elkaar samenwerken. En er ontstaat vanzelf een sterkere verbinding tussen mens en natuur.”
Het geld volgt vaak vanzelf als je vol overgave bezig bent met datgene waar je hart naar uitgaat.
Tom van de Beek
De vraag is natuurlijk waar je je geld met al deze initiatieven vandaan haalt. “Ik heb gemerkt dat als je vol overgave datgene doet waar je hart ligt, het geld dan vaak vanzelf wel volgt. Ergens klinkt dat natuurlijk als makkelijk praten; toch heb ik het zelf op deze manier ervaren toen ik eenmaal begon met datgene wat ik graag deed en waar ik goed in was.
Wat betreft het financiële plaatje met betrekking tot de organisaties zelf hebben wij bij The Pollinators bijvoorbeeld een aantal partners die jaarsponsor zijn. Met hun financiële bijdrage is de basis van de organisatie gedekt. Daarnaast hebben wij voor specifieke campagnes bedrijven die geld doneren zodat wij deze campagnes uit kunnen voeren.
En er zijn natuurlijk meer ideeën. Voor andere projecten heb ik regelmatig crowdfunding toegepast: het in je netwerk verzamelen van geld. Als het voor een goed doel is en mensen vertrouwen het dan is men vaak bereid om wat te geven.
Bij The Pollinators zijn we ook bezig met producten die we kunnen verkopen, variërend van bloemzaadjes en plantjes tot allerlei andere producten. Je kunt natuurlijk ook de weg van subsidies bewandelen, hoewel wij dat zelf vanuit The Tipping Point Foundation
weinig doen en ook niet voor The Pollinators. Je hoeft dan geen commerciële business te zijn om toch financiële middelen binnen te krijgen. Het hangt ook af van wat je zelf wilt. Ikzelf hoef bijvoorbeeld niet persé miljonair te worden dus neem ik genoegen met wat ik nodig heb. En het is natuurlijk ook gewoon wel erg hard werken.”
Van bijen naar ook andere bestuivers

Hoe zijn The Pollinators eigenlijk ontstaan? “The Pollinators zijn ontstaan naar aanleiding van een ander bijengerelateerd project waar ik vanuit The Tipping Point Foundation mee bezig was. Dat was een project specifiek gericht op honingbijen. Eind 2008 had ik een documentaire over bijensterfte gezien. Daarin werd uitgelicht dat wanneer de bijen doodgaan er geen bestuiving meer plaatsvindt en geen bestuiving betekent geen voedsel meer. Dan hebben we als mensheid echt een heel groot probleem. Ik schrok daar toen behoorlijk van en dacht bij mezelf: waarom wist ik dit niet en waarom weet niemand dit? Daarna zag ik nog een documentaire: ‘Moord op de honingbij
‘ bij Zembla. Dat ging over de verbanden tussen de pesticidenindustrie en onderzoeksinstellingen waarbij onderzoeksresultaten werden vervalst zodat die pesticiden op de markt mochten komen. Het ging hier om neonicotinoïden, in de volksmond ook wel bijengif genoemd. Toen dacht ik: nu is de maat vol, nu moet iedereen ervan af weten.
Vervolgens ben ik met een paar vrienden dit onder de aandacht gaan brengen wat begon met het organiseren van een klein festival. Dit trok uiteindelijk zoveel mensen en media-aandacht waardoor het meteen een groot succes was. Ook bleek dat er al meer mensen en organisaties hiermee bezig waren. Vervolgens zijn wij daarop doorgegaan. Wij hebben toen onder andere samen met een biologische imker een cursus stadsimkeren ontwikkeld en dat vervolgens in heel Nederland uitgezet. Ook kwam ik erachter dat de honingbij maar één van de vele bijensoorten was en er daarnaast nog veel meer bestuivers zijn zoals bijvoorbeeld vlinders. Daarop besloot ik dat ik het thema ‘bestuivers’ breder wilde trekken. Bovendien wilde ik meer verbinding creëren tussen alle losse initiatieven die zich hiermee bezig hielden door als een soort paraplunetwerk te gaan functioneren. Veel van deze lokale initiatieven wisten namelijk vaak niet van elkaars bestaan en misten regelmatig ook effectiviteit in hun doelstellingen. Zo ontstond uiteindelijk The Pollinators.”
Je hoeft dus niet meteen te beginnen met groots te denken maar je begint vooral praktisch. Vaak ontstaat ook daar de verwondering.
Tom van de Beek
Kleiner en tastbaar maken
“Wij proberen hierbij grote thema’s klein en tastbaar te maken. Als je het hebt over verbinding met de natuur dan is dat voor veel mensen een heel groot, breed en ontastbaar iets. Dat kun je dan kleiner maken door het bijvoorbeeld te hebben over hoe je landschappen inricht. En van daaruit nog specifieker naar meer biodiversiteit. Maar biodiversiteit is ook weer een ongrijpbaar begrip. Door dat concreter te maken heb je het dan al snel over verschillende bomen, planten en bloemen. Dan zorg je dat je daarmee begint. Door bijvoorbeeld het meer divers maken van je eigen directe leefomgeving door planten in de grond te zetten en bloemzaadjes te zaaien. Ook met de insteek dat iedereen bloemen eigenlijk wel leuk vindt. Door op deze manieren letterlijk en figuurlijk de zaadjes te planten kom je uiteindelijk weer terug bij het grotere verhaal.
Je hoeft dus niet meteen te beginnen met groots te denken maar je begint vooral praktisch. Vaak ontstaat ook daar de verwondering. Door zelf bezig te zijn met het planten van zaadjes, dat proces te volgen, te zien wat er gebeurt en hoe mooi dit alles eigenlijk allemaal in elkaar zit. En vanuit die verwondering ontstaan dan vanzelf de vragen die leiden tot het grotere plaatje. Waarmee we hopen dat mensen dan uiteindelijk zelf actie gaan ondernemen. Dit kan van alles zijn. Van het aansluiten bij een lokale organisatie, een eigen moestuin beginnen, petities starten tot politiek actief worden. Je kunt ook binnen het bedrijf waar je werkt zaken aankaarten zoals het anders inrichten van supply chains en regeneratief bezig zijn in plaats van uitputtend. Het kledingmerk Patagonia
is bijvoorbeeld zo’n bedrijf dat alles anders heeft ingericht in de richting van duurzaamheid. Het is dan heel mooi om te zien hoe dit alles elkaar versterkt.”
The Tipping Point

Alles kleiner en tastbaar maken loopt dus als een rode draad door de projecten van The Tipping Point Foundation. “Ik was destijds geïnspireerd door het boek van Malcolm Gladwell: ‘The Tipping Point.’ Hij beschrijft daarin hoe veranderingen ontstaan. Over wat er voor nodig is om een reactie op een idee te krijgen, dat vervolgens een trend wordt en daarna in de mainstream wordt opgenomen. Daarvan dacht ik: dat kun je natuurlijk ook toepassen op allerlei onderwerpen die over duurzaamheid gaan. Ook omdat ’the tipping point’ heel vaak genoemd wordt in negatieve zin. Al Gore had het vaak in zijn documentaire ‘An Inconvenient Truth’ over ’the tipping point’ als het onomkeerbare kantelpunt waarbij we de klimaatverandering niet meer tegen kunnen houden. Maar je hebt ook positieve ’tipping points’ zoals in sociale zin: hoe zorg je dat iets verandert en welk mechanisme kun je hiervoor inzetten? En als je dat heel gericht doet dan werkt het. Ik heb het zelf ook regelmatig toegepast. Daarbij is het belangrijk dat een boodschap blijft hangen en dat de tijd er rijp voor is.”
Hoe veganisme zich verspreidde als een olievlek
“Een voorbeeld hiervan is dat ik al vanaf midden jaren negentig veganist ben wat toen bijna niemand in de mainstream nog kende. Het heeft vanaf dat moment nog zo’n 20 tot 25 jaar geduurd voordat veganisme ’the tipping point’ bereikte. Dat ging in eerste instantie heel geleidelijk. Het leefde altijd al een beetje onder het oppervlak totdat er ineens iets gebeurde in combinatie met dat de tijd er rijp voor was. Daardoor ging het in ene heel hard. Op een gegeven moment pakten bepaalde beroemdheden het op waardoor veel mensen werden bereikt. En binnen dat publiek zijn er dan weer mensen die het ook belangrijk vinden. Als daar mensen met veel geld tussen zitten en die vinden dat er nóg meer mensen bereikt moeten worden dan komt daar bijvoorbeeld een goede documentaire uit voort. Waarnaar dan weer een miljoen mensen kijken. Zo ontstaat een olievlek die zich steeds verder uitbreidt.”
Je merkt op zo’n moment dat je eigen houding heel belangrijk is als je veranderingen wilt doorvoeren.
Tom van de Beek
‘Hé, heb je het al gevoeld?’
“The Tipping Point Foundation is behalve door mijn inspiratie vanuit het boek van Malcolm Gladwell ook ontstaan vanuit een soort grap. In december 2009 was ik bij de klimaattop in Kopenhagen waar ik samen met een collega met een camera mensen aan het interviewen was. Dat was in opdracht van de gemeente Amsterdam voor op hun website.
Op deze klimaattop heerste best wel een negatieve en depressieve stemming wat ook ergens wel logisch was want het was daar natuurlijk ook allemaal niet zo positief. Wij dachten toen: dit moet echt anders want dit is helemaal niks al deze negativiteit. Tijdens het interviewen van mensen stelden we dan de vraag: hé, heb je het al gevoeld? Heb je ’the tipping point’ al gevoeld? En dan zag je mensen eerst een beetje verbaasd kijken. Als je dan vervolgens zelf enthousiast bent breng je daarmee een bepaald gevoel over en zie je mensen ter plekke veranderen en vervolgens zelf ook enthousiast en positief worden. Je merkt op zo’n moment dat je eigen houding heel belangrijk is als je veranderingen wilt doorvoeren. Daarmee kun je mensen echt ‘aanzetten.’
Onze eigen reactie die dag was ook van: wow, dit werkt dus ook echt als een ’tipping point.’ Toen hebben we meteen de url vastgelegd, zonder dat we op dat moment daar nog een duidelijk doel mee hadden. Totdat daar projecten uit gingen voortkomen zoals The Pollinators maar ook Natuur op je Muur wat verticale moestuinen zijn. Of KantoorKaravaan waarbij wij de werkende mens uit de kantoorjungle bevrijden en laten ervaren hoe het is om buiten te werken.
We werken hierbij vaak samen met kunstenaars en creatievelingen: mensen die écht op een andere manier denken. Dan rollen er hele bijzondere en vernieuwende ideeën uit die vaak ook weer blijven hangen bij het publiek. Omdat je nét even iets anders neerzet. En dat krijgt dan ook vaak de aandacht van de media. Ook merk ik dat organisaties vaak op zoek zijn naar iets afwijkends en vernieuwends waarmee zij zich vervolgens kunnen associëren. Zo kun je het dan laten groeien.”
Opstarten en loslaten

“Het leukste hierbij vind ik zelf om nieuwe dingen op te starten, die beginfase. Op het moment dat het eenmaal groter wordt, zichzelf voldoende bewezen heeft en op eigen benen kan staan is het voor mij belangrijk om er meer mensen bij te betrekken. Mensen die de volgende fase leuk vinden en het werk dan willen overnemen. Ik kan ook niet alles zelf doen; je kunt je aandacht maar beperkt verdelen. Dus je moet kunnen loslaten maar gelukkig ben ik daar wel redelijk goed in. Ik blijf natuurlijk wel betrokken maar dan met betrekking tot het grotere plaatje. Waarbij je vragen stelt als: welke richting willen we op, waar willen we over vijf jaar staan, zitten we nog wel op de goede weg, met wie willen we samenwerken, willen we ook iets in het buitenland doen? Dat soort dingen. En dat verveelt nooit.”
Toekomst van de bestuivers
“Met The Pollinators bijvoorbeeld hebben we nu zo’n drie tot vier jaar lang vooral veel gewerkt aan het laten groeien van de community en bewustwording. Er zoveel mogelijk mensen bij betrekken. De richting die we nu opgaan is dat we vooral gaan kijken naar wat we praktisch kunnen doen voor het vergroten van de biodiversiteit en hoe wij insecten kunnen helpen bij het overleven en herstellen. Daarvoor zoeken wij de samenwerking op met organisaties die aantallen populaties in kaart brengen, maar ook wetenschappers in binnen- en buitenland om te kijken hoe zij het doen. Om het dan vervolgens samen te gaan aanpakken.”
En als het niet precies zo gaat als je had gedacht dan vind je wel een andere manier die bij je past om het toch voor elkaar te krijgen.
Tom van de Beek
Gewoon beginnen en flexibel zijn
Wat voor advies zou je mee willen geven aan anderen die zelf ook iets willen opstarten maar niet weten hoé en waar precies te beginnen?
“Hoewel iedereen natuurlijk verschillend is waardoor een advies niet altijd passend zal zijn zou ik willen zeggen: begin gewoon. En als het niet precies zo gaat als je had gedacht dan vind je wel een andere manier die bij je past om het toch voor elkaar te krijgen. Dat geldt ook voor mensen met een baan die écht iets anders willen doen maar waarbij het onzeker voelt wegens het kwijtraken van inkomsten. Dat heb ik zelf ook gehad. Op het moment dat je in het diepe springt zul je onverwachte dingen tegenkomen maar zul je ook zien dat het zich altijd wel weer oplost. Daarnaast kun je jezelf de vraag stellen: wat heb ik nodig? Vaak zijn mensen gehecht aan wat ze al hebben, een bepaalde levensstandaard. Als je dat loslaat dan kom je erachter dat je eigenlijk met heel weinig kunt leven. Voor het materiële aspect zou ik dan ook niet zo bang zijn. Zeker niet in een land als Nederland met een goed systeem van sociale vangnetten mocht het ooit zover komen.
Dus gewoon doen. En daarbij niet krampachtig vasthouden aan je oorspronkelijke idee want dat kan alle kanten opgaan. Dat heb ik ook wel gemerkt; van tevoren weet je niet hoe het loopt. Het is dan ook niet zo dat het niet goed is op het moment dat het niet precies zo gaat als je had bedacht. Dus wees flexibel daarin.”
Featured foto: Tom van de Beek – The Pollinators